Vakantiehuis van de Tuinen van Annevoie
Gelegen op het domein van de Tuinen van Annevoie, met eigen tuin.
Le Moulin des Jardins d’Annevoie
De Grote Waaier
Het was Charles-Alexis die deze fontein de “manchet van Neptunus” doopte vanwege de in de XVIIIde eeuw ongebruikelijke waaiervormige waterstraal. De bron wordt gevoed door de Rouillon, het beekje dat door de tuinen stroomt en al het water vergaart alvorens uit te monden in de Maas.
Alle mondstukken in de Tuinen van Annevoie zijn van lood en koper. Sommige zijn nog origineel, voor andere werd een beroep gedaan op een vakman uit de buurt van Dinant die erin slaagde ze identiek na te maken. Ook de leidingen die het water tot in de tuinen brengen, zijn origineel. Zelfs de watertoevoer die naar de fonteinen leidt, is dat nog. Van degelijk werk gesproken.
Het Waterwerk
Dit waterwerk is het enige in België – en misschien wel in Europa – dat sedert de aanleg in 1760 nog steeds in werking is. De reden hiervoor is dat er geen enkele machine aan te pas komt. Het reservoir, het grote kanaal, wordt op een volstrekt natuurlijke manier bevoorraad door één van de vier bronnen die de tuin van water voorzien.
Het Kasteel aan de tuinkant
Het kasteel werd in verschillende fasen gebouwd. De gevel aan de kant van de tuinen illustreert duidelijk de verschillende bouwperioden waarvan de eerste (het kleine landhuis rechts) uit 1627 dateert. Het kasteel toont in zijn geheel een lichte kromming die we ook terugvinden in de vallei van de Rouillon. Hier werden de tuinen aangelegd volgens de toen heersende Italiaanse opvatting over kunst, namelijk dat «kunst zich aan de natuur aanpast».
De Franse dreef
Aan deze grote dreef springen de verschillende Franse stijlelementen meteen in het oog: de zorg voor symmetrie, perspectief, de omtrek van de perkjes in netjes gesnoeide Ilex crenata, de hoge omheiningen van haagbeuk die zorgvuldig aan drie kanten worden gesnoeid.
In de lente kan de bezoeker genieten van de pracht van vele soorten tulpen. In de zomer zijn het veeleer zeldzame en originele bloemensoorten die u hier aan zult treffen.
De Laan der Verzuchtingen
Zo noemde een romantische Charles-Alexis deze charmante overdekte laan waar u bij het uiteinde een fonteintje zult aantreffen dat opborrelt uit een bemoste steen: de Fontein der Liefde.
In het midden van de laan met haagbeuken, zien we een beeld van een everzwijn dat geïnspireerd is op het bronzen everzwijn van Jean de Bologne, dat u kunt bewonderen op het plein voor het Uffizi-paleis in Firenze. De snuit van het dier blinkt in de zon door de vele handen van bezoekers die hopen dat hun wens zo in vervulling gaat… Charles-Alexis had graag een kopie ervan in zijn tuinen neergezet, maar omdat een bronzen uitvoering te duur was, liet hij er een in kalksteen maken. En wat de wens betreft, die kunt u formuleren door water van de liefdesfontein te stoppen en weer en weer omhoog laten komen zonder dat u zich nat maakt…
De waterplassen
De originaliteit van deze bekoorlijke waterval schuilt in het zachte gemurmel dat zo goed samengaat met dit deel van de tuinen waar intimiteit, rust, vrede en meditatie op hun plaats zijn. Deze waterplassen worden gevoed door één van de vier bronnen waarvan we de ingang in de tuinen kunnen zien, achteraan de valse grot die hier net achter ligt.
De Grot van Neptunus
Hier zien we een nieuw voorbeeld van een “fabriek” of valse grot waarin we een standbeeld van Neptunus, de Romeinse god van de zee, aantreffen.
Net als in deze valse grot vindt u in de tuinen verschillende, wat vreemde platte standbeelden. Het zijn allemaal “trompes l’oeil”, een typisch Waalse specialiteit. De aandachtige bezoeker zal opmerken dat zeegoden als Neptunus, Amfitritis, en Triton heer en meester zijn van al deze schitterende waterpartijen.
Het Grote Kanaal
Deze waterpartij doet dienst als het belangrijkste reservoir voor de vele fonteinen, watervallen en waterstralen in de Tuinen van Annevoie. Voor de vereiste waterdruk zorgt enkel het principe van de communicerende vaten.
We willen even stilstaan bij dit technische meesterwerkje! Het Grote Kanaal bevindt zich op één van de hellingen van de Rouillon-vallei, terwijl de bron die het kanaal van water voorziet, zich op een andere valleihelling bevindt. Charles-Alexis kwam op het idee om leidingen met een doorsnede van 1,6 m rond de vallei te laten aanleggen. De leidingen volgden die plekken waar het natuurlijke reliëf voor lichtjes dalende watertoevoer kon zorgen tot aan het niveau van het Grote Kanaal. Op plaatsen met te grote hoogteverschillen, werden dijken van bijna 10 meter hoog aangelegd, waarop dan weer leidingen te voorschijn kwamen. Zo bevindt de Fonteny bron die het Grote Kanaal bevoorraadt zich slechts op enkele honderden meters van het kanaal, terwijl de leidingen die het water transporten ongeveer 1 km afleggen.
De Bloemendreef
De bloementuin werd in 1952 aangelegd om er in de lente en de zomer permanent verschillende bloemensoorten te exposeren. De realisatie van de bloementuin is eigenlijk een toegeving aan de evolutie van de smaak op het vlak van tuinsierkunst. Vandaag vinden we bloemen immers erg belangrijk in onze tuinen, maar in de XVIIIde eeuw was dat heel anders: toen lag de klemtoon vooral op architecturale elementen (perspectieven, gesnoeide boompartijen, perkjes afgewerkt met gekleurde grint, enz.).
Om de mode van de jaren 50 enigszins te verlaten, hebben onze tuinmannen in de zomer hedendaagse bloemen geplant, die minder courant voorkomen: cleoma, verschillende soorten decoratieve salie, artisjok,…
Net zoals in de Franse dreef vinden we ook hier Franse invloeden terug, onder de vorm van symmetrie. De perkjes zijn dan weer op zijn Engels: zonder buxushaagjes om ze af te bakenen.